donderdag 10 maart 2016

Verdriet.


Het lijkt de laatste tijd alsof onze omgeving om de oren geslagen wordt met verdriet. We zien hoe mensen afscheid nemen van hun zoon, zus, moeder, tante, en daarachter schuilt onpeilbaar verdriet. Ik word terug de tijd in gekatapulteerd en sta plots weer naast het ziekenhuisbed van mijn stervende moeder. Ik zie hoe haar ogen elke beweging van mijn kinderen gadeslaan van achter een waas van tranen omdat ze hen nooit zal zien opgroeien. Ik zie hoe haar gezicht opklaart als mijn jongste broer glimlachend de kamer binnenwandelt. Hoe ze haar lippen tuit als ze haar vriend ziet en hoe ze geniet van het wolkje parfum dat hij op haar pyjama spuit. Hoe ze haar handen uitstrekt om de handen van haar eigen moeder vast te pakken. Hoe haar vader stilzwijgend met waterige ogen zichzelf geen houding weet te geven. Hij is degene die dingen oplost, herstelt. En hij kan zijn eigen kind niet repareren. Het vreet aan hem. Ik zie hoe mijn oudste broer haar 1000 dingen wil zeggen maar geen woorden vindt en dus zwijgt en in stilte toekijkt. Hoe ze wel een half uur lang breed lacht als haar beste vriendin op bezoek komt, waarna ze weer uitgeput in een onrustige koortsslaap wegglijdt. Ik hoor weer hoe ze probeert me iets duidelijk te maken, zie hoe ze opstandig wordt als ik haar niet meteen begrijp. Ik voel opnieuw haar warme hand in de mijne, zij in een diepe slaap, terwijl ik haar bestudeer, vastbesloten om elk groefje in haar gezicht in mijn geheugen te prenten. Haar korte zachte haren, een ongewenst nieuw kapsel dat haar eerlijk gezegd prachtig stond. Ik zie ons weer allemaal rond haar staan als ze haar strijd verliest, hoe ze een laatste keer ademhaalt en we beseffen dat dat de laatste keer was. Ik voel weer hoe de weeĆ« mengelmoes van wanhoop en opluchting een knoop legt in mijn maag. Hoe we elkaar huilend in de armen vallen en na wat wel uren lijken mama's lichaam achterlaten in het ontzielde kamertje. 
Na twee jaren voelt het alsof ik een nieuwe start neem. Met het gemis, maar ook met alle herinneringen. De drang om te vluchten van alles ebt weg. In de plaats komt een soort rust die de onrust in mij weer de baas kan. Verdriet temmen kost tijd. Het is een onvoorspelbaar monster dat zomaar ineens, uit het niets, je keel toeknijpt. Ik kan alleen maar hopen dat iedereen de nodige tijd en ruimte krijgt om zijn monster te leren beheersen. Niet evident in deze gejaagde tijden heb ik helaas gemerkt....