Ik had ook moeten weten dat een bezoekje aan de speelgoedwinkel met twee kleuters die nog nahijgden van hun brievenbusstrijd én een baby op mijn arm niet het beste plan was. Laat staan de vechtersbazinnetjes het cadeau te laten kiezen. In een mum van tijd tokkelde de ene op een kleurige xylofoon, liet de andere meerdere speeltjes tegelijk afgaan, waarna de eerste een plastieken scooter van 'Frozen' ontdekte, twee seconden later gevolgd door de andere, en nog eens twee tellen later stonden ze allebei aan het paarse speeltje te trekken, uiteraard al gillend, of wat had je dan gedacht. De ellenlange rij aan de kassa keek geamuseerd naar het tafereel. Uiteindelijk kozen ze elk een autootje voor hun kleine -intussen slapende- held, en uit pure schaamte (en om maximaal verwijderd te zijn van de paarse scooter) besloot ik op een andere verdieping aan te schuiven bij de kassa. Al bij al gedroegen ze zich daar nog, maar toen ik had betaald en de autootjes in een kleurig papiertje verpakt waren besloot de jongste nog eens het beste van zichzelf te geven: ze ging liggen, en wat ik ook zei, van 'kom je mee? over 'heb je honger?' tot 'gaan we patatjes eten?', haar antwoord, vergezeld van een vastberaden blik én met gekruiste armen, bleef: 'nee'. De rij grinnikte, sommigen proestten het zelfs uit. Een oudere dame besloot te helpen. Ze ging naar mijn dochter, zei haar: 'komt gij anders met mij mee', ze stak haar hand uit en... mijn jongste stond recht, gaf haar een hand en wandelde weg met de dame. Ik was tegelijk opgelucht dat haar verzet was gebroken en geshockeerd dat ze zomaar met een wildvreemde wegwandelde. Ik besloot wijselijk naar huis te gaan, zette de kinderen weer op de fiets en fietste zo snel ik kon huiswaarts.
Eens thuis had ik twee voorbeeldige kindjes. Ze speelden mooi samen, giechelden meisjesachtig, deelden hun speelgoed,... De monstertjes waren weer gewoon meisjes geworden. Gelukkig was babybroer een plaatje tijdens onze uitstap. Er is nog hoop...