maandag 4 december 2017

Kroniek

Donderdag namiddag. Een vreselijk bericht landt met een harde klap in mijn mailbox. Een ongeval. Koning auto tegen Prinses fiets. Hoofdletsel. Het komt waarschijnlijk goed.

Vrijdag ochtend. Telefoon. Het komt helemaal niet goed. Je hoofd is ingeslapen, je lichaam nog niet. De knoop in mijn maag trekt zich nog strakker. Mijn gedachten schieten van jou (heeft ze het beseft?) naar je man (is hij ongedeerd?) naar je kinderen (hoe gaan zij hiermee omgaan, je zag hen zo graag), je familie (hoe neem je afscheid van je zus, van je dochter van amper 39?). De hele dag wandel je door mijn hoofd, je lacht, knuffelt je kinderen, glundert naast je man. Wachtend op het bericht.

Zaterdag middag. Het bericht landt. Een voorspelde bom. Je bent er niet meer. Tegelijk ben je overal. Ik huil. Mijn hoofd te vol, mijn hart te leeg.

Zondag ochtend. Onmetelijk verdriet. Jij lachend op foto, wij huilend in mekaars armen. Koffiekoeken blijven onaangeroerd. Flarden van je leven worden verteld. Onwezenlijke warmte op een ijskoude decemberdag.


Maandag ochtend. Tweede kleuterklas. Jij je jongste een kus, ik mijn middelste. Kleine speelplaats. Jij je middelste een kus, ik mijn oudste. Richting schroef. Koffie en even achter de pc voor de start van onze werkweek. Vandaag niet. Ik thuis, jij overal en nergens. Liters verdriet.