maandag 26 oktober 2015

Diversiteit?

Mijn oudste dochter is, om het op z'n koning Filips te zeggen, een echt vrouwtje. Ze houdt van kleurrijke rokjes, zwierige jurkjes en alles wat roze is. In haar haartjes horen het juiste aantal speldjes ('die van Elsa hier, en die van Anna en die met de bloemetjes dáár, mama!' - gevolgd door een theatrale zucht terwijl ze de speldjes zelf op de juiste plaats wurmt). Ze praat quasi non-stop over hete hangijzers in de wondere wereld der vierjarigen en ze weet als geen ander haar papa om haar vinger te winden. Haar wereldbeeld sluit nauw aan bij dat van 'My little pony' en af en toe begint ze in nog nader te bepalen talen haar lijflied mee te zingen: 'let it go' uit Frozen. Haar sprookjeswereld, die duikt op de meest onverwachte momenten uit het niets op. Zo aanziet ze twee parende giraffen gisteren als 'twee beste vriendinnenzusjes', wat ze met grootse gebaren deelt met haar kleine zus. 
Die laat haar maar praten. Tijdens ons bezoekje aan het buitenverblijf van de giraffen stond zij binnen de halve seconde achter de veiligheidsdraad die de giraffen en de bezoekers van elkaar scheidde te zwaaien en te lachen naar die gekke dieren. Toen ze door de verzorgers even vlot terug aan de goede kant van de draad werd gezet, besloot ze het ding dan maar te gebruiken als speeltuig. Ze zag eruit alsof ze net in elkaar was geslagen, met haar uitgelopen poezenschmink. Uiteraard had ze het halfweg de grime eerder die dag voor bekeken gehouden, waardoor mensen rond ons de wildste gokken deden over welk wezen ze dan wel zou kunnen voorstellen. De oudste, die kon dan weer niet beslissen of ze nu een ponyprinses dan wel een Elsa wilde worden. 
Wanneer we even later richting uitgang wandelen, huppelen de meisjes vrolijk achter ons aan. Het gezichtje van de oudste bedekt onder een dun laagje lichtblauwe verf, dat van de jongste een kakofonie van uitgelopen kleurvlakken. De ene giechelt, de andere schatert het uit. Bij het eerstvolgende ijskarretje omsingelen ze ons en kijken 2 paar oogjes ons verwachtingsvol aan: 'mag ik alsjeblieft een ijsje?' vraagt de ene, terwijl de andere aanhoudend schreeuwt: 'ijsje ijsje ijsje!'.
We lopen verder, zonder ijsjes. Ik kijk weer achterom. Misschien zijn ze toch niet zo verschillend. Hun hangende schouders en hun boze blik naar de grond zijn in elk geval identiek. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten